Reisverslag van Gerard de Puy die mee ging met de Alvracht 16 naar Mannheim deo dato juni 1963.
Zicht op de Nieuwe Waterweg (moet zijn Nieuwe Maas) |
De Nieuwe Matex probeert de Alvracht 16 vol te pompen |
De Waal bij Nijmegen
Dhr. Adenauers ambt te Bonn (DEU) Palais Schaumburg |
Kaub en het verwisselen van de loods |
Bad Salzig moet zijn Oberwesel
in het Loch met sleepboot hulp (moet zijn het Nieuwe Vaarwater) |
Muizentoren
deze lichter zal iets later in Mannheim (DEU) zijn |
het zwaaien van de 16 in haven van Mannheim/Rheinau |
de losplaats
Fabriek Sunlight te Mannheim |
Bevindingen van de reis.
Vaart: Zeer vermoeiend, ook enig zins eentonig voor opvarenden.
Motor: Deze is voor de reizen naar Mannheim niet aan de sterke kant. Een kilometer meer of minder is voor dezen reizen zeer belangrijk. Als deze machine opgevoerd zou kunnen worden dan zal met deze opvoering de reis vlotter te maken zijn, dat houdt in minder overuren onder normale omstandigheden. Mocht er oponthoud zijn, door mist, lage waterstand en dergelijke dan kan er iets van de opgelopen achterstand goed gemaakt worden. Bovendien, zouden wij er eerder toe komen om sleepschepen mee te geven naar Emmerich of Kleef, wat nu te veel tijd kost.
Lossen: Dit moet met de motorpomp uitgevoerd worden. Men pompt ongeveer 70 ton per uur.
Radio Telefonie: Daar dit apparaat in de stuurhut staat kan iedereen, ook die er niets mee te maken hebben, meeluisteren. Misschien dat er iets op gevonden kan worden om dit te verhelpen.
Vecoma: Het gasolie bunkeren te Lobith had ons de klaring te Emmerich kunnen kosten, als dit gebeurt was dan zouden wij een halve dag vertraging gehad hebben. De reden is, er zijn te weinig mogelijkheden om onderweg naar Lobith te bunkeren, dit moet in Rotterdam/Dordrecht of in Lobith gebeuren. Tussen deze stations zijn er geen Vecoma bunkerstations of bunkerboten.
Stomen: Geen zwaar werk, maar een karwei waar scherp opgelet moet worden.
De fabriek te Mannheim heb ik bezocht en contact gelegd met de Heer Huttler, de bedrijfsleider van de afdeling waar wij mee samenwerken. Note: Opslagruimte voor Talk = 1300 ton. Andere oliën zijn te verwaarlozen.
Rest mij nog te zeggen, dat de verzorging aan boord, wat mij betreft buitengewoon goed is geweest. De werkzaamheden overdag en s’nachts heb ik meegemaakt en zodoende heb ik de overtuiging gekregen, dat deze soort reizen, waar de gehele dag gevaren en soms een paar nachten gestoomd moet worden, zwaarder zijn, dan de reizen voor de stad, waar nog iets van afwisseling in zit.
Rotterdam, 11 juni 1963 G. de Puy ©archief Jos Telleman
Schitterend! Die opslag van die vaten.....wat is er veel veranderd, hé? Stel je voor dat ze nog zo lagen in 2012: alle registers zouden open getrokken worden. Brandweer, DCMR, Havenbedrijf: ze zouden allemaal bij Matex op de stoep hebben gestaan. Ik heb genoten van dit stukje scheepvaartgeschiedenis. Prachtig!
BeantwoordenVerwijderen