Google Website Translator

donderdag 11 maart 2021

Het oude schip Venus door Cees van Yperen.

Hier een prachtig verhaal van Cees van Yperen die dit op de Facebook pagina van Vuijk had gezet, vond het zo mooi dat ik Cees heb gevraagd of ik het hier ook mocht plaatsen, en ja hoor geen probleem.
Hieronder de Venus ergens in een Engelse haven foto ©Cees van Yperen.
Het verhaal van Cees.
Het oude schip Venus
In de jaren vijftig van de vorige eeuw solliciteerde ik als matroos bij C. Holscher`s Kustvaartbedrijf NV. gevestigd aan de Westerkade te Rotterdam.
Ik werd aangenomen en kon aanmonsteren op de coaster ms. Venus die in de stad Norwich te Engeland afgemeerd lag.
Met tickets van de Harwichboot en kaartjes voor de trein arriveerde ik na een voorspoedige reis door een prachtig besneeuwd landschap in Norwich, het schip lag in een haventje vlak bij het station.
Met mijn plunjezak op mijn nek liep ik de kade op naar mijn toekomstige werkgelegenheid en verblijf, met verbijstering bleef ik een moment op de besneeuwde kade stil staan, ik keek naar die kustvaarder, zo oud en klein, de schrik sloeg om mijn hart, moet ik daar mee de zee op, ik keek voor alle zekerheid op de boeg, het was toch de Venus, een scheepje van 210 ton.
Toch maar even gaan kijken, er lag een plank om aan boord te komen, na enig roepen ging de deur van de stuurhut open, een stem riep: ,, Waar blijf`ie nou, we hadden allang moeten vertrekken!”
Ik had dus geen keus, ik moest mee en kon meteen aan de bak met voor en achter maken, we voeren het haventje uit en zette koers over het riviertje Yare vergelijkbaar met de Rotte richting Great-Yarmouth, om van daar uit over zee naar de hoogovens te Middlesbrough te gaan.
De rederij had een contract met een oud ijzerhandel in Norwich om wekelijks een lading oud ijzer naar de hoogovens in Middlesbrough te vervoeren
Het riviertje Yare van Norwich naar Great-Yarmouth was ongeveer een vijf en een half uur varen zodat ik eindelijk kennis kon maken met de bemanning dat totaal uit zes man bestond, waaronder de Groningse kapitein H. Trenning, de stuurman, de machinist, de kok en mijn maat, allemaal in de leeftijd van onder de dertig jaar behalve de kapitein, een onverschillige vrijgezelle vijftiger die het allemaal niet zo nauw nam.
Door mijn toedoen vertrokken we te laat uit Norwich en waren we genoodzaakt met het invallen van de duisternis bij gebrek aan radar en navigatielichten om ons bootje aan de oever aan een paar wilgenbomen af te meren.
Het scheepje was aanvankelijk gebouwd als binnenschip op de scheepswerf A. Vuyk & Zonen te Capelle a/d IJssel in het jaar 1935 onder de naam `Amstel XVI ` en is na de tweede wereldoorlog met een paar ingrepen en aanpassingen verbouwd tot zeewaardig schip met de nieuwe naam `Venus `
De accommodatie was ook niet om naar huis te schrijven, de ontwerpers van de verbouwing hadden absoluut geen rekening gehouden met het comfort voor de bemanning en de eisen van de tijd, de warmwatervoorziening was het kolenfornuis in de kombuis door er een emmer water warm te maken voor de wekelijkse wasbeurt, het warmste plekje aan boord was het toilet omdat daar de uitlaat van de motor doorheen liep naar een luchtkoker op het bovendek, de schoorsteen was de drinkwatertank!
Er was nergens enige verwarming, op een kolenkachel na, die stond beneden in de messroom doch uit veiligheid brandde hij uitsluitend als we aangemeerd lagen.
Zo kan ik door gaan met de gebreken zoals dat de ankers met de hand gehieuwd moest worden, later is er een motortje aan het ankerspil gekoppeld maar die trok de te grote ankers zo strak in kluisgaten zodat ze bij het ankeren met een voorhamer eruit geramd moest worden.
Zendapparatuur was er niet, wel een ontvanger voor de weerberichten, een peiltoestel voor de positie te bepalen en vuurpijlen in geval van nood, het kompas hing ondersteboven onderdeks cardanisch opgehangen, bij een sloepenrol was het zaak om een kist met overlevingsmaterialen in een werkbootje te gooien dat op het achterdek stond en met een takeltje met veel moeite buitenboord werd gedraaid, vervolgens werd de sloep buitenboord gezet dat meteen halfvol water stond.
Zo leefden we met z`n zessen op dat scheepje als een gezin en waren geheel op elkaar aangewezen met alle moeilijkheden en problemen, zeker toen het contract met de ijzerhandelaar was afgelopen en de wilde vaart op gingen.
Door onze geringe diepgang was het mogelijk om kustplaatsen in Frankrijk, Ierland en Engeland enz. binnen te lopen waar andere kustvaarders niet konden komen.
Deze periode was voor mij de mooiste tijd ondanks de ontberingen in de winter, bij slecht weer was door de vreemde vorm van de boeg moeilijk om het geladen schip op koers te houden met een stuurwiel bijna zo groot als ik zelf gierde ze alle kanten op, doch met een leeg ruim liep het scheepje als een zonnetje met de stuurkettingen die hoorbaar rammelend en schurend over het dek liepen naar het roermechanisme.
Ik heb anderhalf jaar op die kustvaarder gevaren, ondanks alle onvolkomenheden met heel veel plezier.
De jaren erna is de Venus een paar keer doorverkocht aan verschillende buitenlandse rederijen en is zij in 1981 bij Hamriyah in de Golf van Oman in een zware storm gestrand, vervolgens weer vlot getrokken en toen helaas gezonken.
Dit verhaal is geschreven door Cees van Yperen, hieronder een foto van hem aan het roer van de Venus ©Cees van Yperen.
Hier nog enkele gegevens en een foto van de Venus als Amstel XVI uit het archief van Arendnet Jos Telleman.
Cees bedankt dat ik dit mocht plaatsen, hoop dat je nu beroemd wordt.

woensdag 10 maart 2021

Overseas Pearlmar

Overseas Pearlmar in 2e sluis van de Gatún-sluizen Panamakanaal op 30-11-2008 IMO 9232591 2002 ex Pearlmar nu MT Ultimate, we liggen met de Celebrity Mercury in de laatste van de 3 trapsluis, foto gemaakt iets eerder als de kopfoto hierboven.

©foto Jos Telleman